Contactlenzen door de jaren heen

Eerste ontdekking

Contactlenzen vinden hun oorsprong eigenlijk al in het jaar 1508, toen Leonard da Vinci er achter kwam dat het breken van licht met behulp van een lens geneutraliseerd kon worden. Maar de Italiaanse wetenschapper liet het bij die constatering en het duurde tot 1888 voordat de wetenschap echt stappen ging zetten, die voortborduurden op de ontdekking van Leonard da Vinci. De Franse oogarts Kalt was de eerste die ook echt een soort contactlens ontwikkelde. Hij ontwierp een lens van glas die op het hoornvlies van het oog bleef ‘drijven’. Dat is overigens vandaag de dag nog zo: contactlenzen drijven op het traanvocht op het hoornvlies. Zou de lens het hoornvlies zelf raken, dan zou dat tot ernstige beschadiging aan het hoornvlies en oog opleveren.

De 20ste eeuw

In de 20ste eeuw komt de ontwikkeling van de contactlens in een stroomversnelling.

In 1935 werd de glazen lens vervangen door een transparante kunststof lens, gemaakt van perspex. Hiermee werden de contactlenzen niet alleen kleiner maar ook beter passend gemaakt. Perspex is namelijk gemakkelijk te vormen en dus aan te passen aan de vorm van het oog. Perspex zorgde ook voor een beter zicht omdat deze kunststof meer licht doorliet dan gewoon glas.

Vanaf midden 20ste eeuw werden lenzen steeds populairder, hoewel het draagcomfort nog te wensen overliet. De lenzen lieten weinig zuurstof door en het traanvocht tussen hoornvlies en de lens kon niet vrij stromen, waardoor lenzen maar een beperkte tijd konden worden gedragen.

In de jaren 70 worden de eerste zachte lenzen ontwikkeld door het bekende Amerikaanse concern Bausch & Lomb. Niet veel later kwamen ook zuurstofdoorlatende harde lenzen op de markt.

Perspex is inmiddels veelal vervangen door silicone en ook in de productie van de contactlens is veel veranderd. Werden vroeger de lenzen nog handmatig gemaakt, vanaf midden jaren 80 deed automatisering ook daar zijn intrede.

Meer info vindt u op: https://www.fuva.nl/contactlenzen/